Regels omtrent de profeten | |
1 | Dit hele woord, dat ik u gebied, zult u bewaren om te doen. 1)
U zult daaraan niet iets toevoegen of er iets aan afdoen. |
2 | Wanneer in uw midden een profeet of iemand met droomorakels opstaat
en u een teken of wonder geeft, |
3 | en dat teken of dat wonder dat hij tot u gesproken heeft, komt met de woorden:
Laten wij andere goden, die u niet gekend hebt, achterna gaan en die dienen,
|
4 | dan zult u naar de woorden van die profeet of die man met droomorakels geen gehoor geven.
Want JHWH uw god stelt u op de proef om te weten of u JHWH uw god liefhebt met uw hele hart en met uw hele ziel. |
5 | JHWH uw god zult u volgen en hém vrezen,
en aan zijn geboden zult u uzelf houden, en zijn stem gehoorzamen en hém dienen en zijn aanhanger zijn |
6 | En die profeet of die man met droomorakels zal gedood worden
want hij heeft van afval van JHWH uw god gesproken, die u uit het land Egypte heeft gevoerd en u uit het slavenhuis heeft verlost. [Want Hij wilde] u afbrengen van de weg die JHWH uw god u geboden heeft om daarop te wandelen. Zo zult u het kwaad uit uw midden wegdoen. |
1 | vertaling door Piet van Midden |